Tussen negen en twaalf jaar zet de prepuberteit zich in. Er verandert dan veel in het lichaam van je kind maar aan de buitenkant is hier nog (bijna) niets van te zien. De andere hormonen die nu aangemaakt worden, zorgen voor grote veranderingen. Dit zie je vaak als eerste door een flinke groeispurt. Maar deze hormonen hebben ook invloed op de gevoelens van je kind. De emoties worden uitvergroot maar doordat de hormoonspiegel erg schommelt, verplaatst het 'vergrootglas' zich steeds. Het ene moment is je kind blij maar het volgende moment boos. Je kind is nog geen puber, maar wel bijna.
Ontwikkelen eigen identiteit
Je kind krijgt steeds meer behoefte aan zelfstandigheid, een eigen mening, eigen verantwoordelijkheden en privacy. Door dit soort verantwoordelijkheden te geven kan hij zijn zelfvertrouwen versterken. Je kind zal steeds kritischer kijken naar de regels die jij als ouder stelt. En zich gaan schamen voor de manier waarop jij je als ouder gedraagt. Hij gaat zich steeds meer spiegelen aan zijn leeftijdsgenootjes. Dit zal je zien in kleding, taalgebruik en gedrag. De normen en gewoonten van vriend(inn)en worden steeds belangrijker en zullen uiteindelijk in de puberteit vaak belangrijker worden dan die van jou als ouder.
Emotionele instabiliteit
Al deze veranderingen kunnen ervoor zorgen dat je kind emotioneel instabiel is. Sommige kinderen voelen zich daardoor erg onzeker. Dit kan invloed hebben op het zelfbeeld van je kind en het gevoel van eigenwaarde. Het is belangrijk dat je hem of haar extra aandacht geeft in deze periode. Ook al kun je je kind in deze fase misschien soms wel achter het behang plakken.
- Help je kind een positief en realistisch zelfbeeld behouden;
- Help hem of haar omgaan met de gevoelens die horen bij deze fase;
- Bied je kind een luisterend oor maar probeer je niet overal mee te bemoeien;
- Geef je kind ruimte om zijn eigen weg te vinden en eigen ervaringen op te doen;
- Laat hem of haar weten dat je er altijd bent als hij of zij ergens over wil praten of als er iets misgaat.
Wil je een inkijkje in het leven van een prepuber? Kijk dan op dit videokanaal http://bit.ly/prepuber.
{slider title="Pubergedrag, en nu?" open="false" class="icon"}
Pubergedrag, en nu?
Het duurt nog even maar na de prepuber wordt jouw kind heus een puber. Dan weer humeurig, dan weer giechelig, risico’s zoeken, hun ouders van zich af duwen, allemaal normaal pubergedrag. Vergeet niet dat je puber je ondertussen hard nodig heeft. Het blad Oudersvannu heeft een aantal handige tips voor het omgaan met pubergedrag op een rijtje gezet.
- Altijd te laat thuis
- Pubers hebben er een handje van om de tijd te vergeten. Je kunt de klok erop gelijkzetten dat ze later thuiskomen dan afgesproken. ‘Vroeger’ kon je als puber nog aankomen met het excuus dat je geen horloge had maar iedereen heeft nu natuurlijk een mobiel. Kortom: je kind weet hoe laat het is én kan dus even bellen om te laten weten waar hij blijft.
- Ik háát je!
Ze haten je waarschijnlijk niet echt, ook al komt het vanuit hun tenen als ze het tegen je zeggen. En wees voorbereid: er zijn er die het héél vaak roepen. Dat komt door de gierende hormonen. Maar diep in zijn hart kan je puber niet zonder je (zie punt 8). Hou dat maar in gedachten als je je uit het lood geslagen voelt. Hoe je contact houdt met je puberende kind? Deze tips kunnen je houvast geven. - Maar iedereen heeft het/mag het/doet het!
Roept die van jou ook vaak: Het is zó oneerlijk!? Soms kan je puber je behoorlijk aan het twijfelen brengen maar het is niet waar dat iedereen alles al heeft, mag of doet. Neem gerust contact op met ouders van vrienden en vriendinnen die volgens jouw puber al van alles hebben, mogen en doen, voordat je eventueel toegeeft. - Ooit zul je zelf zo’n kind hebben!
Hebben je ouders dat tegen jou gezegd toen jij je zelf als een onmogelijke puber gedroeg? Maar wat ze je niet verteld hebben, is dat het nog honderd keer erger kan dan hoe jij was. - Nee is ja!
Als jij zegt dat iets niet mag, doet je puber het misschien toch op het moment dat jij je omdraait. Elke keer weer. Probeer je niet om álles druk te maken, maar zeg er alleen iets van als het echt heel belangrijk is. Zoals ze dat zo mooi zeggen in het Engels: choose your battles, kies je gevecht. - Je begrijpt er ook niks van!
Jawel hoor, eigenlijk begrijp je er alles van. Sterker nog, dat verwijt wordt al generaties lang onterecht naar het hoofd van ouders gesmeten. En je antwoord blijft nog steeds ‘nee’. - Even lenen?
Sommige pubers zeggen alles stom te vinden aan je, maar toch verdwijnen er dingen uit je kast of je make-up tas. Misschien mag jouw dochter best een en ander lenen maar dan kan ze het eerst vragen en ook terugleggen na gebruik – in dezelfde conditie. Hetzelfde geldt natuurlijk voor jongens als ze dingen lenen. - Ze kunnen echt niet zonder je!
Het is misschien moeilijk te geloven maar ze kunnen echt niet zonder je (zie punt 2). Sommige ouders voelen zich een wandelende portemonnee of chauffeur maar waarschijnlijk waarderen ze alles wat je voor ze doet. Of bijna alles. Verwacht alleen niet per se een bedankje. - Rommelkont...
Niet alleen in het puberbrein is het een chaotische bedoening, ook in hun kamer ontploft nogal eens een (kleding)bom. Sokken, sportshirts, jassen, boeken, schoolspullen, er slingert van alles rond. Maak er niet elke dag een probleem van. Jij hoeft er tenslotte niet te slapen maar een vaste dag in de week even (samen) opruimen? - Humor :-)
Met humor kom je vaak ver, zeker als er weer eens wordt gedreigd: "Ik loop weg. Ik háát jullie. Jullie zijn zo oneerlijk!" Als je er een grap van maakt – ‘Zal ik je helpen je koffer inpakken’ – zal je hoogstens wat gemopper terugkrijgen omdat je opstandige puber zich niet serieus genomen voelt en kun je er samen om lachen.
{/sliders}